04 May
04May

“Hij heeft daar gewoond!” Ik sta gebogen over een struikelsteen in de Monterreystraat maar de man in het deurgat aan de overzijde wijst me op het veel grotere gedenkteken tegen de gevel. Maurice Vandeputte was een verzetsman van het Geheim Leger en is in 1944 door de Nazi’s in Gross-Rosen vermoord.

“56 jaar oud,” zegt de man in het deurgat.


“Heb je hem nog gekend?” vraag ik.

“Nee, nee, ik was te jong. Mijn oudste broer zou hem gekend kunnen hebben. Hij was in het leger. Is door de Duitsers gevangengenomen en heeft twee jaar in Dachau gezeten. Hij is in 1945 terug thuisgekomen maar heeft nooit echt over zijn wedervaren gesproken. Het enige wat hij zei is dat wij niet wisten wat honger was. Hij heeft nog vier jaar geleefd, niet meer.”

“Zo jong. Gesneuveld met vertraging.”

“Hij was een wrak. Dat is dus wat de oorlog met een mens doet. En we zijn weer die richting aan het opschuiven vrees ik.”

“Maar je hebt de oorlog zelf ook meegemaakt, toch?”

“Ja hoor, ik ben geboren in 1936.”

“Zo, het geboortejaar van mijn vader.”

“Dan is die nu ook 88!”

“Hij zou in februari 89 geworden zijn. Maar hij is helaas 13 jaar geleden al gestorven. Jij ziet er nog goed uit voor je 88.”

“Dat valt wel mee, ja. Ik heb mijn leven aan mijn dokter te danken. Ik heb altijd veel gefietst, wel tien keer de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen gereden. De volle 260 kilometer. Maar bij een routinecontrole zei mijn dokter dat ik hartritmestoornissen had. Dat was vijf jaar geleden. Ze zijn toen met zo’n apparaatje via mijn lies naar mijn hart gegaan. De chirurg zei dat hij wel twintig keer moest schieten om het gaatje te dichten. Ik heb veel geluk gehad, want ik had al dood kunnen zijn.”

“Ze kunnen wel veel nu, met die kijkoperaties.”

“Ja, en dat was niet eens de laatste keer. Twee jaar geleden heb ik een darmonderzoek gedaan en op de scan zagen ze zes poliepen, drie goedaardige en drie kwaadaardige. Hopla, opnieuw binnen via de lies, en maar schieten op die poliepen. Die chirurg was trots: ‘Ik heb die poliepen kunnen kapotschieten zonder één spatje bloed,’ zei hij.”

De ironie van die laatste woorden schiet me pas een half uur later te binnen.

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.